De HOW en WHAT van multisport

De HOW en WHAT van multisport

Eind 2016 schreef ik twee artikelen over multisport. De eerste over het belang hiervan voor kinderen, de tweede over de kansen voor volwassenen. Daar heb ik veel positieve reacties op gehad. Altijd leuk! Ook in gesprekken met lokale sportorganisaties komt dit thema vaak terug. Maar het ontbreekt helaas nog regelmatig aan de slagkracht om de stap naar multisport te zetten. En eerlijk gezegd baal ik daar wel eens van. Daarom wijd ik er bij deze nog een artikel aan. Hopelijk om sportorganisaties over de drempel te tillen actie te ondernemen. En stiekem ook deels om een stukje frustratie van me af te schrijven…

Voor dit artikel heb ik me laten inspireren door Simon Sinek en zijn Golden Circle. Vele van jullie kennen dit vast. Hij prikkelt kijkers en lezers na te denken over de WHY, HOW en WHAT van hun organisatie. Zijn observatie is dat het vaak ontbreekt aan een WHY. Plat gezegd, organisaties doen dan maar wat, zonder missie of visie. Ken je zijn verhaal niet, kijk dan vooral een keer dit filmpje.

Ik heb dit gedachtegoed ook eens los gelaten op het thema multisport. Grappige is dat het op dit thema bij de meeste partijen niet ontbreekt aan een WHY maar eerder aan de HOW en de WHAT. Mocht de WHY toch ontbreken, lees dan zeker nog een keer mijn eerdere artikelen. In dit artikel probeer ik de drie bij elkaar te brengen om hiermee overzicht te creëren voor sportorganisaties wat ze kunnen (en misschien wel moeten) doen om de WHY van multisport in de praktijk te brengen.

Kort in de herhaling: de WHY van multisport

In mijn eerdere artikel heb ik uitgebreid stil gestaan bij het belang van multisport voor kinderen. Ik heb toen de volgende vijf redenen benoemd waarom multisport belangrijk is (de WHY):

  1. Een brede lichamelijke en motorische opvoeding
  2. Een brede sociale ontwikkeling
  3. Focus op plezier in plaats van prestatie
  4. Betere topsportprestaties
  5. Jong geleerd is oud gedaan: hoge sportparticipatie vasthouden

De HOW en WHAT van multisport voor kinderen

Maar hoe pak je dit aan als sportorganisatie? Wat kun je er zelf mee? Mijn antwoord: dat verschil per leeftijdscategorie. Hier zijn hele wetenschappelijke modellen voor waarbij ook onderscheid wordt gemaakt tussen jongens en meisjes (bijvoorbeeld het LTAD model van CS4L). Ik hou zelf altijd een eenvoudige indeling aan in drie leeftijdscategorieën, enigszins aansluitend bij de schoolgang van kinderen: 0-6 jaar, 6-12 jaar (basisschool) en 12+ (middelbare school). Niet direct wetenschappelijk onderbouwd, wel praktisch.

Peuters en kleuters (0-6 jaar)

In deze jongste leeftijdscategorie is het essentieel kinderen de basiselementen van bewegen mee te geven. Het gaat eigenlijk nog helemaal niet om sporten. Veel sportbonden (en verenigingen) bieden al sportprogramma’s aan voor deze doelgroep. Als ik het cynisch bekijk dan is de reden misschien wel om deze kinderen zo snel mogelijk binnen te trekken bij een sport (jouw sport). Je kan ze maar beter zelf vroeg binnen hebben voordat ze naar de ‘concurrent’ gaan. Vanuit multisport gedachte vind ik daar natuurlijk wel iets van. Maar het goede nieuws is: deze kinderen bewegen. Het is daarom prima dat kinderen al ‘op een sport gaan’.

Belangrijkste aandachtspunt is dat deze kinderen niet te eenzijdig bewegen. Gelukkig spelen meerdere sportprogramma’s hier al op in. Maar mijn favorieten voor deze jonge kinderen zijn de algemene beweegprogramma’s a la het Nijntje beweegdiploma, Sport Z en Monkey moves. Ik heb ze eerder genoemd. In het kader van efficiëntie en effectiviteit beveel ik sportorganisaties aan niet (ook) zelf iets te ontwikkelen maar slim gebruik te maken van wat er al is.

Lagere school (6-12 jaar)

Nu wordt het lastiger. In deze leeftijd is het goed en belangrijk de switch te maken van bewegen naar sporten. Maar wel naar multisporten. Waarom wordt dit lastiger? Bij peuters en kleuters kun je vanuit één enkele partij voorzien in een breed beweegprogramma. Je kunt zelf eenvoudig iets opstarten. Vanaf een jaar of zes wil je dat kinderen gaan rouleren tussen sporten. Dat vereist samenwerking. Dat betekent: durven loslaten en kinderen stimuleren ook eens een andere sport te proberen. En veel sportorganisaties vinden dit lastig en misschien wel eng. En dat snap ik.

De kern van de ‘WHAT’ ligt hier dan ook in het zoeken van lokale samenwerking. Idealiter is het zelfs de gemeente die zegt: ‘wij adopteren dit gedachtegoed en starten/faciliteren een programma dat kinderen stimuleert te hoppen tussen sporten’. Een goed programma zorgt er, naar mijn mening, voor dat kinderen minimaal een les of acht volgen per sport. Na een enkele proefles heeft een kind nog geen idee of hij/zij de sport leuk vindt of dat hij/zij er talent voor heeft. Goed proeven kost een beetje tijd.

Ik kan niet vaak genoeg benadrukken dat het (goed) proberen van meerdere sporten leidt tot een slimmere sportkeuze en dat leidt weer tot een langer sportief leven. Daarnaast is het nog eens ontzettend leuk voor kinderen om verschillende sporten uit te proberen. Enfin, maar dat was weer de ‘WHY’.

Middelbare school (12+)

Wellicht zijn er kinderen die hun hele leven willen blijven sporthoppen. Wat mij betreft helemaal prima! Zeker voor de kinderen zonder ambities (en/of talent) topsporter te worden. Maar er zullen ook altijd kinderen blijven die op een gegeven moment kiezen voor een bepaalde sport. We kunnen alleen maar hopen dat dit, voor hem/haar de beste keuze is. Uiteraard kan dat ook over tijd veranderen. Dan blijft het wel altijd nog zaak, binnen de gekozen sport, de diversiteit in bewegen op te blijven zoeken. Voeg andere trainingselementen toe om kinderen breder lichamelijk te blijven ontwikkelen. Laat je hierdoor bijvoorbeeld inspireren door het Athletic skills model.

Drie acties voor iedere lokale sportorganisatie

Wat kun jij doen als sportorganisatie om de WHY van multisport om te zetten in actie? Wat mij betreft zijn dit de drie dingen:

  1. Biedt een breed beweegprogramma aan voor de jongste jeugd (tot 6 jaar). Je hoeft het niet zelf te bedenken, er zijn goede bestaande programma’s.
  2. Start een samenwerking met de andere sporten in jouw gemeente voor een sportroulatieprogramma voor basisschool kinderen.
  3. Verdiep je in de leer van donorsporten en multisporten om jouw trainingsprogramma voor kinderen vanaf twaalf jaar te verbreden.

Beginnen met één van de drie is natuurlijk ook al helemaal goed!